Valle d'Aosta
Deze zomer ging onze vakantie naar het Aosta dal (Valle d'Aosta) in Noord Italië. De bestemming hadden we gekozen vanwege het plezante klimaat en de aanwezige bergen. En ja toegegeven, er komen ook leuke beestjes voor. En echt heel ver weg is het niet. In Zwitserland door de Sint Bernard Tunnel en hup je bent er.
Het hoofddal loopt vanuit Chamonix in Frankrijk richting Turijn/Milaan in het Oosten en is relatief druk. De stad Aosta zelf is een leuke stad met Romeinse restanten/opgravingen en er zijn een veel kastelen te vinden in de regio. Zomers kan het er behoorlijk warm worden met temperaturen (ver) boven de 30gr. Qua wandelingen en natuurschoon is het aan te bevelen de zijdalen op te zoeken die hoger gelegen zijn. Daar is het rustiger en een stukje koeler dan down under. Wij hebben voornamelijk de dalen ten zuiden van het hoofddal opgezocht (Val de Rhemes/Valsavarance/Val de Cogne). Deze liggen deels in nationaal park Gran Paradiso en lopen dood op het bergmassief Gran Paradiso waarvan de Gran Paradiso uiteraard de hoogste top vormt (4061m) :-)
De eerste wandeling van Pont naar Rifugio Vittorio Emanuele was al gelijk een stevige met een hoogteverschil van zo'n 700 meter. Een prachtig uitzicht, een lekker kopje koffie en een Apfelstrudl vormde onze beloning van de inspanning. Vanuit hier kon je dan weer door naar de Gran P. maar dat hebben we toch maar niet niet gedaan. Spierpijn hadden we de dag erna evengoed, ha, ha.
In totaal hebben we zo'n 7 dagen van de 3 weken gewandeld waarbij ondergetekende steeds z'n oogjes open heeft gehouden voor de plaatselijke farfalle (vlinders).
Die farfalle waren goed aanwezig al had ik het idee dat we vrij laat in het seizoen waren. Omdat de meeste vlinders overdag slecht te benaderen zijn (ja ik heb het geprobeerd) ben ik wederom een aantal dagen vroeg uit het nestje gekropen. Na een ritje van drie kwartier kwam ik dan voor zonsopgang aan bij de beoogde locatie, meestal een bergweide. Deze bergweides worden door de Italianen trouwens goed nat gehouden. Op veel plekken zijn spoeiers aanwezig en die draaien dan ook tamelijk wat uurtjes. Bij het eerste vroege tripje had ik me niet zo goed voorbereid. Op zo'n 1900m is het 's-morgens met 8 graden toch wat frissig in een T-shirtje. Bibberrrrrr. Voordeel is dan wel dat je ruim de tijd krijgt vlinders te zoeken voordat ze gaan vliegen.
Al met al heb ik voor mezelf best wat leuke waarnemingen kunnen doen en fotografische resultaten kunnen boeken. Omdat het te ver zou voeren om alle vlindersoorten te laten zien onderstaand een selectie uit m'n vangsten.
De Duinparelmoervlinder (Argynnis niobe) heb ik fatsoenlijk wat keren kunnen aantreffen. Tijdens wandelingen overdag uiteraard vliegend en fouragerend op voedselplanten maar ook op de wandelpaden, slurpend van mineralen op het gesteente. Een fraaie getekende vlinder die eigenlijk mijn favoriet van deze vakantie is geworden.
Overdag fouragerend op het pad:
Tijdens een early-morning session:
Een andere fraaie grote vlinder is de Apollovlinder (Parnassius apollo). Omdat ie zo fors is en meestal vrij "lelijke" distels opzoekt als voedselplant wist ik 'm eerdere keren niet echt fatsoenlijk te raken. Nu lukte dat vrij aardig.
Soms wordt je op zo'n morgen ook verrast door soorten waar je niet actief naar op zoek was maar die je dan wel lekker kun meepikken voor de plaatjesalbumverzameling (ik moet toch eens wat meer gaan scrabbelen).
Kijk zo'n Bergluzernevlinder (Colias phicomone) is best leuk.
En onderstaande Grote Erebia (Erebia euryale) is ook welkom op het feestje.
Een soort die je wel kunt verwachten in berggebieden is Morgenrood (Lycaena virgaureae). Een vuurvlindertje met fel oranje bovenzijde van den de vleugels. Maar oh wat beweeglijk zijn ze overdag... Dan maar de onderzijde. Iets minder uitbundig maar wel leuk om mee te nemen.
Van te voren had ik m'n zinnen gezet op een fraaie soort die ook aan te treffen zou moeten zijn in het Aostadal. De Titania's Parelmoervlinder zou er moeten voorkomen op een aantal plekken. Ik had 'm vorig jaar in de Mercantour al aangetroffen maar niet mooi kunnen fotograferen. Gezocht heb ik ernaar en nog eens gezocht, maar vinden ho maar. Uiteindelijk trof ik er eentje aan en wat denk je, een behoorlijk afgevlogen exemplaar. Nou moe. Volgende keer beter zeggen ze dan. :-(
Titania's Parelmoervlinder (Boloria titania)
Een specialty van het Aostadal is het Aosta-Esparcetteblauwtje (Polyommatus humedasae). Een endemische soort die enkel in een gebiedje voorkomt. Ik heb 'm overdag proberen vast te leggen maar dat viel nog niet mee. Uiteindelijk kreeg ik 'm redelijk erop.
Nu merk ik dat het toch weer een lang blogje wordt. Ach dan nog een Duinparelmoer om het af te leren :-)
Arrivederci Aosta,
Sjors